EindeloosEindeloos
editie 1
Over circulair herinrichten van utiliteitsgebouwen

‘Het Nieuwe Normaal als accelerator van circulair hergebruik’

Actielijn 2: Het Nieuwe Normaal

Een standaard om circulair hergebruik te meten. “Dat je dus tijdens het interieurontwerp kan toetsen wat circulair hergebruik in het project betekent,” verduidelijkt Johan Bakker, Senior Director Project management bij CBRE. Maar hoe creëer je zo’n uniforme standaard? Als trekker van Actielijn 2 stuitte hij op Het Nieuwe Normaal. “Waarom iets opnieuw uitvinden wat er al is?” Een interview met Johan Bakker en Rutger Buch van Het Nieuwe Normaal. “Ik vond het wel heel tof dat Johan mij belde.”

Bakker ging vorig jaar met wat hij zelf noemt “een nieuwsgierige blik” naar de tweedaagse over circulair hergebruik. “Ik wil graag onderdeel zijn van de veranderingen die in onze sector gaande zijn. En als het gaat om circulair hergebruik maak ik mij daar graag hard voor.”

Tijdens de tweedaagse Future Search-sessie kwam de wens naar voren om een meetinstrument voor circulariteit te ontwikkelen. Waar kwam die behoefte precies vandaan?

Johan: “Tijdens de sessie merkten we vanuit verschillende hoeken – leveranciers, gebruikers en experts – dat er een enorme behoefte was aan een eenduidige standaard. We hadden al ervaring met LCA’s (levenscyclusanalyses), maar die raken niet het hele spectrum van circulariteit. Belangrijke aspecten blijven buiten beschouwing, terwijl gebruikers juist inzicht willen in hoe ze presteren ten opzichte van anderen. De wens ontstond om circulariteit meetbaar te maken, niet alleen voor de benchmarking, maar ook om tijdens projecten bij te kunnen sturen. Een standaard is essentieel voor consistentie, transparantie en innovatie.”

Hoe kwamen jullie vervolgens uit bij Het Nieuwe Normaal?

Johan: “Na de sessie hebben we met een team onderzocht welke methodieken al bestonden, alvorens zelf een methodiek te ontwikkelen. Uiteindelijk kwamen we inderdaad uit bij Het Nieuwe Normaal. Het interessante daaraan is dat het niet gebonden is aan een specifiek bedrijf en dus echt onafhankelijk is.”

Rutger: “Voor ons was het een mooie bevestiging van ons werk. Het voelde als een erkenning dat Het Nieuwe Normaal de potentie heeft om op grotere schaal toegepast te worden. Wat ik vooral inspirerend vind, is dat iedereen – opdrachtgevers, aanbieders en experts – samen aan tafel zit. Dat maakt het proces heel krachtig.”

Wat is de huidige status?

Rutger: “We hebben eerst gewoon wat vingeroefeningen gedaan. Gekeken naar de huidige indicatoren in Het Nieuwe Normaal en of we voor inbouwpakketten nieuwe indicatoren moeten bedenken. Toen bleek al vrij snel dat er een heel grote overlap is. Nu werken we met een kernteam van vijf mensen aan een leidraad. Daarnaast zijn er tegenlezers en worden projecten aangedragen voor evaluatie. Het doel is om niet alleen een inhoudelijk raamwerk op te stellen, maar ook prestatieniveaus te definiëren op basis van data. Zo willen we circulariteit meetbaar en toepasbaar maken in de praktijk. We hopen eind van dit jaar de leidraad te kunnen presenteren.”


Johan: “Een belangrijk onderdeel is het verzamelen van data over materialen. Voor casco-elementen zoals beton en staal zijn gegevens vaak al beschikbaar. Maar voor specifieke interieuronderdelen zoals binnenwanden, vloerafwerking, deuren en meubels, is dat veel ingewikkelder en veelzijdiger. Daar moeten we samen met de sector oplossingen voor vinden.”

Wat maakt het lastig om Het Nieuwe Normaal aan te passen aan inbouwprojecten?

Rutger: “Het technische aspect is niet zo’n probleem. We moeten vooral keuzes maken tussen bestaande indicatoren met bijbehorende bepalingsmethoden. De uitdaging zit meer in de sociale innovatie. Hoe krijgen we de sector hierin mee? Dat partijen de standaard ook daadwerkelijk gaan gebruiken en we samen data kunnen verzamelen. En dat vereist in ieder geval enthousiaste koplopers die het verhaal uitdragen.”


Johan: “Een andere uitdaging is de vraag vanuit klanten. Veel partijen wachten tot de klant om circulariteit vraagt. Maar als de klant dat doet, kan de leverancier het vaak nog niet leveren. Dat kip-en-ei-probleem moeten we echt doorbreken.”

Hoe kan een gezamenlijke maatstaf voor circulariteit verschil maken?

Johan: “In mijn ogen kan het echt een accelerator zijn. Vooral grotere partijen willen bewijslast, niet alleen mooie verhalen. Met Het Nieuwe Normaal kun je die bewijslast leveren. Dat helpt om greenwashing te voorkomen en vertrouwen in de markt te vergroten.”
Rutger: “Het is belangrijk om te benadrukken dat we met Het Nieuwe Normaal een nieuwe taal willen neerzetten, niet een nieuwe tool. Deze taal willen we delen, onderbrengen bij tools en raamwerken die er al zijn in de markt. Om op die manier met elkaar sneller het verschil te kunnen maken.”

Waar staan we nu op het gebied van circulair herinrichten?

Johan: “Ik zou zeggen dat we op een schaal van nul tot tien ergens rond een vier zitten. Er zijn bedrijven die het goed doen, maar iedereen doet het op zijn eigen manier. Een uniforme standaard helpt om de hele keten efficiënter en effectiever te maken.”

Hoe kijk je terug op de samenwerking tot nu toe?

Johan: “Ik ben erg positief. Deze aanpak biedt voor de hele sector veel toegevoegde waarde. Ik zie Het Nieuwe Normaal als een kans om een grote impact te maken.”
Rutger: “Het geeft energie om met een groep te werken die eenzelfde DNA heeft als de andere groepen die met Het Nieuwe Normaal actief zijn. We zijn samen bezig om iets neer te zetten dat verder gaat dan de afzonderlijke organisaties. Dat motiveert enorm.”