EindeloosEindeloos
editie 1
Over circulair herinrichten van utiliteitsgebouwen

Het Voedingscentrum: bouwen met ‘afval’

Voorbeeldproject

Eind 2017 besloot het Voedingscentrum in Den Haag de ambitie voor duurzame voeding door te trekken naar een duurzame werkruimte. Het nieuwe kantoor brengt voeding, duurzaamheid en circulair bouwen samen tot een adaptief geheel met oog op de toekomst. Architectenbureau LIAG ging de uitdaging aan. Architect Thomas Bögl: “Voor ons kantoor was het Voedingscentrum een heel groot sociaal experiment.”

De samenwerking tussen het Voedingscentrum en LIAG begon ongewoon. Het Voedingscentrum wilde niet alleen een circulaire herinrichting, het wilde een zevenjarig adaptief plan. “Wij zouden niet alleen de originele verbouwing verzorgen met het beschikbare budget, maar ook gratis eventuele, benodigde aanpassingen in de jaren daarna,” legt Bögl uit. “Dat was nogal een risico, maar we zagen ook potentie. Ik heb ingestemd nadat ik met de directeur heb gesproken. Je moet namelijk vertrouwen in elkaar hebben als je een samenwerking van meerdere jaren aangaat.” LIAG is met meerdere oplossingen aan de slag gegaan.

Aanpasbaar en variabel

Om toekomstige groei en krimp van het Voedingscentrum op te vangen heeft LIAG tien procent extra werkplekken gecreëerd door veel ruimtes een dubbele functie te geven. De grote vergaderruimte en de kleine informele ruimtes zijn bijvoorbeeld ook geschikt als werkplek. Daarnaast stapte het Voedingscentrum over op een nieuw concept: het activiteit-gerelateerd werken, waarbij afgesloten kantoorruimtes transformeren in een open werkruimte. “Dit is bereikt door alle ruimtes te schakelen aan een circulair vervaardigd centraal element dat als een rode lijn door het gebouw loopt.” Waar die lijn uit bestaat, verandert steeds. “Dat kan de trap zijn, de vergaderruimte, een wand of een opbergmeubel. Uiteindelijk past alles als legoblokjes in elkaar.” Naast dat de ruimten multifunctioneel zijn, zijn ze ook makkelijk af te sluiten of juist met elkaar te verbinden. “Dat kwam goed van pas tijdens de coronaperiode.” De legoblokjes zijn ontstaan, omdat alle elementen doelbewust klein zijn gehouden. “Alles paste in de personenlift.” Het voordeel hiervan is dat de elementen ook weer makkelijk uit elkaar kunnen worden gehaald en ergens anders kunnen worden hergebruikt.”

Er zit zoveel potentie in materiaal dat nu wordt afgeschreven

Oud wordt nieuw

Overal in het gebouw zijn verwijzingen naar voeding verstopt. Zoals het dempings- en isolatiemateriaal in de scheidingswanden. Bögl: “We hebben PET-vilt voor demping in icoontjes van eten laten snijden.” PET-vilt is gemaakt van oude petflessen. “We hebben zoveel mogelijk spullen van circulair en recyclebaar materiaal gemaakt.” De kastjes zijn bijvoorbeeld gemaakt van plaatmateriaal van stands op een keukenbeurs, de tapijttegels lagen oorspronkelijk bij een UWV-kantoor, de opbergkasten zijn vervaardigd van oude KLM-trolleys waar de wielen van kapot waren en de bijzettafels zijn gemaakt van de onderstellen van stoelen die we bij een café vandaan hebben gehaald.” Daarnaast is er ook veel materiaal van de oude locatie van het Voedingscentrum hergebruikt. “Zo zijn de ronde platen van een oude tentoonstelling over de Schijf van Vijf hergebruikt als bovenstuk van de bijzettafels,” vertelt Bögl enthousiast. En dat geldt ook voor de glazen scheidingswanden. “We hebben aan een leverancier voor scheidingswanden gevraagd of zij nog overgebleven materialen hadden. Toevallig hadden ze glas in de container liggen. Daarom heeft het glas van sommige wanden een kleur. Met circulaire materialen weet je van tevoren niet wat je krijgt. Het hangt er maar net van af op welke overgebleven spullen je stuit.”

Het systeem veranderen

Dat is dan ook één van de redenen dat een georganiseerde markt zo belangrijk is voor de bevordering van circulaire bouw. “Ik heb meegedaan aan de Future Search om mijn netwerk uit te breiden en ideeën op te doen.” Bögl is tijdens de “ontzettend gezellige” tweedaagse bijeenkomst in gesprek gegaan met professionals uit de circulaire bouw: “Met name over de multifunctionele toepassing, dat is mijn vakgebied.” Maar ook over de flowchart: “Dat sluit aan bij de methodes die ik gebruik”. Het opzetten van de gemeenschappelijke marktplaats voor circulaire materialen vindt Bögl echter een van de belangrijkste onderdelen. “Het scheelt zo veel tijd als er een overzicht is van alle leveranciers. Een goede manier om aan circulaire materialen te komen, is noodzakelijk.” Verder moet het financieel ook makkelijker worden om circulair te bouwen volgens Bögl. “We proberen nu een circulaire transitie te maken binnen een juridisch en economisch model dat eigenlijk op traditionele bouw geënt is. Het zou helpen als de belasting voor arbeid omlaag gaat en de belasting voor traditionele materialen omhoog. De circulaire materialen zijn vaak veel goedkoper, het wordt namelijk vaak gezien als afval, maar het vergt meer inzet van de bouwers.”

Overtuigen

In het geval van het Voedingscentrum vormde de verhuurder van het pand ook een obstakel. Om het energieverbruik zo laag mogelijk te houden wilde het Voedingscentrum nieuwe, zuinige lichtschakeling en ventilatie installeren. “We hebben veel tijd en energie moeten steken in het overhalen van de verhuurder om hier toestemming voor te geven. Veel mensen zijn gewoon niet gewend aan nieuwe, duurzame oplossingen. Juist de mensen die hier niet mee bezig zijn, moeten we naar bijeenkomsten als Future Search zien te krijgen,” concludeert Bögl. “Er zit zoveel potentie in materiaal dat nu wordt afgeschreven zonder dat mensen zich daar bewust van zijn. Kennisoverdracht en een korte communicatieketen zorgt ervoor dat bedrijven de omslag naar circulair bouwen beter en sneller kunnen maken.”

Het Voedingscentrum was voor LIAG een bijzondere uitdaging. ”Er zijn veel uren in het project gaan zitten, maar het was het zeker waard. Iedereen is ontzettend betrokken en trots op het project. We hebben er ook veel van geleerd. Deze kennis passen we nu weer toe in onze nieuwe projecten.”